Dave Gibbons interview

Dit is het tweede interview dat wij op de UKCAC 95 afnamen. Slachtoffer was deze maal Dave Gibbons, de man die zijn grote doorbraak met Watchmen beleefde. Dave is een vriendelijke en welbespraakte persoon, die over een aantal zaken zeer leuk weet te vertellen. Alhoewel Dave krap in zijn tijd zat duurde ons ‘korte’gesprekje toch al gauw 1½ uur.

Dave, als eerste de standaard ‘Nuff Said opening. Waar en wanneer ben je geboren?
(Kennelijk is dit voor de meeste mensen in de comic wereld een lastige vraag. Net zoals eerder Mark Waid had ook Dave Gibbons grote moeite om deze vraag te beantwoorden)
Na een korte stilte. Als jullie het echt willen weten, ik ben geboren in Londen in het jaar 1949. Ik loop dus al een tijdje mee in de wereld. Dat kun je wel aan mijn grijze haren zien, die ik nu begin te krijgen.

Hoe ben je voor het eerst in contact gekomen met comics?
Mijn vader en moeder lazen er uit voor. Het greep mij meer dan een gewoon boek. Ik was op jonge leeftijd ook al heel visueel ingesteld. Op een gegeven moment, toen ik nog heel jong was, wilde ik de strips al zelf gaan maken. Het voorlezen was dus niet meer het belangrijkste. Ik denk ook dat hieruit mijn overtuiging stamt dat ik teken om te vertellen en niet om alleen maar mooie plaatjes te maken.

Wat kun je je nog herinneren van de comics die je vroeger las?
Dat het in het begin vooral Engelse comics waren. De eerste herinneringen die bij me opkomen zijn die van Dan Dare en Rick Random. Naast de Eagle las ik ook Lion. Ook het Mad Magazine vond en vind ik geweldig. Verder vind ik alles van Kirby voor zijn Marvel periode extreem goed (vooral Race for the Moon). En natuurlijk The Spirit. Dat vind ik trouwens nog steeds heel erg goed.

Over tegenwoordig gesproken, wat lees je nu zoal?
Niet zo veel meer, ik ben te druk met mijn eigen projecten. Frank Miller is natuurlijk een van mijn favorieten, alles wat hij maakt is voor mij verplichte kost. In dezelfde categorie valt Alan Moore. Zijn superhelden verhalen vind ik niet zo geweldig maar bijvoorbeeld From Hell was een meesterwerk. Oh ja, natuurlijk mag ik Mignola niet vergeten. En zoals ik al een beetje gezegd heb ben ik nog steeds een groot liefhebber van Will Eisner.

Waarom vind je Eisner dan zo goed?
Eisner is de man die ik hoop te kunnen worden. Hij is een geweldige verteller die voor zichzelf op durft te komen. Daarnaast is hij een hele aimabele persoonlijkheid. Hij maakt voor iedereen tijd, of het nu een collega of een fan is. Hij is trouwens ook nog heel erg fit voor zijn leeftijd. Daar weet ik nog wat leuks over te vertellen.

Barst maar los!
Frank Miller en ik waren eens op een beurs in de Verenigde Staten. Wij hadden daar een signeer sessie samen met onder andere Will Eisner. Eisner Begon eerder dan wij en stopte later. Op een gegeven moment liepen wij door de gang van het hotel en hoorden opeens getrippel achter ons. Toen we omkeken zagen we Eisner aankomen Hij haalde ons snel in en met een vrolijke groet zei hij dat hij op de tennisbaan te vinden was mochten we hem nodig hebben. Ongelooflijk hé, de man is 73 en speelt nog steeds tennis. Zo wil ik ook oud worden.

Zijn er nog meer mensen die je bewondert?
Zeker, genoeg. Als eerste wil ik José Luis Garcia Lopez noemen. Hij is een van de meest ondergewaardeerde tekenaars van de laatste jaren. Daar wil ik straks even op terugkomen. Verder uiteraard Jack Kirby en andere legendes zoals Wally Wood, Harvey Kurtzman en Alex Toth. Ook Moebius (Jean Giraud) reken ik tot een van de beste vertellers in het stripmedium. Mag ik er nog meer noemen? Dan moet je ook Steve Rude erbij zetten.

Je wou nog even terugkomen op Garcia Lopez?
Ja, ook over hem heb ik een leuke anekdote. Zo was ik weer eens met mijn vriend Frank Miller op een beurs in New York. Op een gegeven moment ging Frank buiten een sigaretje roken. Ik had hem even nodig en liep ook naar buiten. Frank had zijn donkere zonnebril op ondanks het feit dat de zon niets scheen. Wij stonden te praten toen er een klein Spaans uitziend mannetje naar ons toe kwam. Hij wierp een blik op Frank en zei toen ‘Neil Gaiman?’ met een fors Spaans accent. Ik keek hem eens aan en zei ‘Nee dat is niet Neil Gaiman maar Frank Miller’. Toen keek hij mij aan en zei ‘Dave Gibbons!’. Ik had een vermoeiende dag gehad en had niet zo’n zin om de zoveelste fan te woord te staan. Ik antwoordde ‘Ja dat ben ik’ en wilde hem eigenlijk al afwimpelen. Hierop stelde hij zich voor als Garcia Lopez, één van de door mij meest bewonderde tekenaars. Zo zie je maar, wij kennen elkaar ook niet allemaal van gezicht, hoezeer we elkaars werk ook bewonderen.

Wat bewonder je dan zoal in Garcia Lopez’s werk?
Vooral zijn oog voor detail en zijn gedegen achtergrond studie. Als hij een spelletje wil tekenen, bijvoorbeeld tikkertje, dan wil hij eerst alle regels weten om een zo waarheidsgetrouwe situatie te kunnen construeren. Dat blijkt voor mij duidelijk uit zijn tekeningen.

Je noemt ook jack Kirby. Was hij voor jouw ook The King?
In zekere zin wel. Ik denk dat ik ook dit het beste met een anekdote kan illustreren. Ik heb het genoegen gehad om een tekening van Jack te mogen inkten. Het was een trading card voor één van de Topps series. Je kon echter duidelijk zien dat Jack niet meer op het hoogtepunt van zijn carrière was. Het leek alsof de tekening gemaakt was door iemand die het potlood in zijn vuist hield. Toen ik begon met inkten moest ik enkele van de (te dikke) potloodlijnen weg vlakken. Toen ik dit deed kwam echter de soepele lijnvoering van de meester bloot te liggen. Pas toen besefte ik eigenlijk dat ik bezig was met het inkten van een fantastisch stuk werk dat door een ras artiest gemaakt was. Achteraf heb ik er nog weleens spijt van dat ik over die originele tekening heen ben gaan inkten. Ik had gewoon een kopie moeten maken en die moeten inkten.

Hoe vergelijk je Eisner met Kirby?
Voor mij waren ze elkaars gelijken wat talent en persoonlijkheid betreft, hoewel je ze eigenlijk niet kan vergelijken. Het grote verschil tussen Jack en Will ligt echter niet op artistiek en persoonlijk, maar op zakelijk gebied. Will wist vanaf het begin al hoe hij alles geregeld wou hebben en hoe hij zijn werk moest beschermen. Jack was op zakelijk gebied niet zo verstandig, met als resultaat dat het hem niet echt voor de wind ging. Eisner krijgt nu de zwarte piet toegeschoven en wordt bestempeld (meestal door uitgevers) als een geldwolf, terwijl hij alleen maar wilde hebben waar hij recht op had. Persoonlijk denk ik dat hij het dus beter gedaan heeft dan Kirby. Eisner maakte zichzelf rijk en Kirby de uitgeverijen.

Laten we even overschakelen op een ander onderwerp. Hoe ben je in de comic wereld terechtgekomen?
Als ik het in een woord moet samenvatten zou ik zeggen ‘wilskracht’. Ik was, al zeg ik het zelf, een vrij slimme leerling op school. En het leukste vond ik tekenen. Na allerlei baantjes te hebben gehad werd ik op een gegeven moment woningbouw inspecteur. Maar dat was het niet echt voor mij, ik verlangde naar iets artistiekers. Op een gegeven moment had ik een stapel comics gekocht. Een van die comics was Nick Fury nummer dertien. De tekenaar hiervan was Barry Smith. Ik dacht, ‘verrek, dat is een Engelsman die Amerikaanse comics tekent’. Tot die tijd ging ik ervan uit dat Amerikaanse comics alleen maar door Amerikanen gemaakt werden. Toen ik die tekeningen zag dacht ik ‘dat kan ik ook en veel beter’. Op dat moment besloot ik om comic tekenaar te worden. Via een fanzine ben ik toen bij Fleetway terechtgekomen. Eerst als letteraar en later als tekenaar. In die tijd tekende ik vooral veel Science fiction strips en een zwarte versie van Superman die Powerman heette. Daarna ging er een wereld voor mij open. 2000AD verscheen namelijk op de markt en dat betekende heel veel mogelijkheden voor beginnende artiesten. Zo zijn hier niet alleen ik maar ook mensen als Brian Bolland en Don Lawrence doorgebroken.

Heb je trouwens, met je drukke werkschema, nog wel tijd om je te ontspannen?
(Lachend) Niet zo heel veel. Ik mag graag een stukje autorijden en naar goede muziek luisteren. Verder beoefen ik Tai-Chi waardoor ik erg tot rust kom. Mijn laatste hobby moet jullie Nederlanders aanspreken. Ik drink graag een glas Grolsch!

Zijn er nog mensen waar je absoluut mee samen wilt werken?
Ik ben nogal verwend geraakt. De meeste collega’s waarmee ik zou willen werken hebben al eens iets met me gedaan. Het zet nogal een hoge standaard als je meestal met profs als Frank Miller en Alan Moore werkt. Wat mij erg deugd deed was om iets met Steve Rude te maken (World’s Finest red.) Verder ben ik met Mark Waid bezig. Wat dat gaat worden kan ik jullie helaas nog niet zeggen, want het heeft het stempel zeer geheim meegekregen. Nee, ik zou op het moment verder niemand kunnen bedenken.

O.k., een andere draai aan de vorige vraag dan. Welke figuren zou je graag een keer onder handen nemen?
Ook daar kan ik geen ellenlange lijst opnoemen. Mijn top vier waren vroeger Superman, Batman, Captain America en Plastic Man. Mijn kijk op Superman en Batman heb ik reeds gegeven. Op het moment ben ik bezig met een verhaal van negen pagina’s over Captain America. Het heeft te maken met de Captain America verhalen van Jim Steranko waarin Cap de Hulk tegenkomt. Het enige bestaande personage wat ik nog graag zou doen is dus Plastic Man, maar ik denk niet dat dat er op korte termijn inzit.

Is het moeilijker om verhalen voor anderen te tekenen nu je zelf ook bent gaan schrijven?
Dat hangt van de schrijver af. Als het een goede schrijver is heb ik er geen problemen mee. Dan hoort er namelijk een open communicatielijn te zijn. Een comic is niet alleen het werk van de schrijver of van de tekenaar maar van het team schrijver/tekenaar. Wel heb ik meer begrip voor de positie van de schrijver gekregen. Vroeger belde ik wel eens een schrijver op met een idee over hoe ik vond dat een situatie uitgewerkt moest worden. Ik kreeg dan meestal te horen “Een heel goed idee Dave, maar doe het toch maar op mijn manier”. Ik kon daar echt heel kwaad over worden. Wat ik toen niet doorzag was dar de tekening die ik wilde veranderen gevolgen voor het hele verhaal zou hebben. Ik denk mijn voorstelen nu beter door. Maar als een voorstel afgewezen wordt wil ik wel weten waarom dat zo is.

Wil je meer invloed op het plot of script?
Niet echt. Maar zoals ik net al zei, een comic is een combined effort. Een goed voorbeeld daarvan is Watchmen. Daarvan heb ik werkelijk alle pagina’s en panels met Alan Moore doorgesproken, vaak tot in de kleinste details. We hebben toen regelmatig telefoonsessie van vier uur of meer gehad. Andersom kan het trouwens ook. Toen ik aan Rogue Trooper werkte was er helemaal geen contact met de schrijver. Mijns inziens werden de verhalen toen slechter en slechter. Ik heb toen een ultimatum gesteld. Binnen twee maanden moesten de verhalen aanzienlijk beter worden of ik zou ermee stoppen. Gevolg: na twee maanden kon de redacteur van Rogue Trooper een nieuwe tekenaar zoeken.

Pas jij je aan een tekenaar aan?
Moeilijke vraag. Ik vind dat je een tekenaar moet zoeken die bij het verhaal past dat je als schrijver wilt vertellen. Een goed voorbeeld daarvan is World’s Finest. Ik wilde een verhaal dat vooral over de personen achter de kostuums ging. Dat betekent automatisch dat je veel personen te zien krijgt in het verhaal, die vaak niet eens in hun superhelden pakkie rondlopen. Dan moet je iemand als Steve Rude voor dat verhaal vragen. Steve is een van de beste tekenaars als het gaat om het tekenen van mensen. Hij was daar dus uitermate geschikt voor. Dat is, denk ik, de beste manier. Je laat Mignola toch ook niet Impulse tekenen. Impulse is een luchtige en lichte comic, terwijl Mike juist op zijn best is als hij veel schaduwen kan gebruiken. Daarom vond ik hem de meest geschikte artiest om samen Aliens Salvation te maken.

Ben je van plan om helemaal zelf iets uit te brengen?
Ik heb een hele berg ideeën, maar op dit moment is er nog niest concreets. Maar ik heb ook niet zo’n haast. Ik ben weer bezige met enkele projecten met Frank Miller en eentje met Alan Moore. Daarin kan ik me naar hartelust uitleven. Ik ga pas iets helemaal zelfstandig uitgeven als ik daar klaar voor ben en niet omdat anderen erom vragen.

Over Alan Moore gesproken: Vind je het terecht dat hij op dit moment zoveel kritiek krijgt vanwege het feit dat hij voor Image werkt?
Ik vind het lastig om daar iets over te zeggen. Ik weet dat Alan ooit geroepen heeft dat superhelden comics voor hem geen uitdaging meer waren en dat hij nooit meer een superhelden strip zou doen. Nu moet hij op zijn woord terugkomen. Als hij het niet zo hard geroepen had was er niemand over gevallen, maar ja, dat is nu eenmaal wel gebeurd. In zijn verdediging wil ik wel zeggen dat hij -als hij zou willen- zo een vervolg op Watchmen zou kunnen schijven waarmee hij een vermogen verdient. Het pleit voor hem dat hij dat niet doet.

Alan Moore brengt ons bij onze laatste vraag. Tien jaar na dato worden je nog steeds heel veel vragen over Watchmen gesteld. Vind je dat niet vervelend?
Nee hoor, het is iets waar ik heel erg trots op ben. Watchmen was iets geheel nieuws, het eerste in zijn soort. Ik ben blij dat ik dat baanbrekende werk heb mogen doen. De laatste tijd hoor ik soms nog wel eens wat kritiek op Watchmen, vooral van collega’s die miljoenen verkopen en verdienen. Natuurlijk zou ik ook graag zoveel verdienen (niet dat ik nu ontevreden ben), maar als er over honderd jaar een comic hitlijst aller tijden wordt samengesteld, hoort Watchmen zeker bij de top vijf. Daar ben ik trotser op dan ik ooit zou kunnen zijn als ik alleen maar bakken met geld zou kunnen verdienen. Vinden jullie niet?

We zijn het helemaal met je eens Dave, bedankt voor je tijd en succes met al je nieuwe projecten! Geen dank, ik vond het heel erg leuk om eens met fans te praten die niet uit Engeland of de Verenigde Staten komen. Zo hoor ik tenminste ook weer eens wat anders.

Korte bibliografie van Dave Gibbons

Aliens Salvation Batman vs Predator
Give Me Liberty Happy Birthday Martha Washington
Kal Martha Washington Goes To War
Martha Washington Stranded In Space Watchmen
World’s Finest mini serie

Home ] Artikelen ] English ] Reviews ] Tekeningen ] De verschenen nummers van de 'Nuff Said ] Links ] Interviews ] Info ] Figuren ]