GEEF ACHT, EEN INTERVIEW MET SGT. KUBERT

Joe Kubert at the UKCAC 1997

Wanneer de vraag gesteld wordt wie nu de grootheden uit de geschiedenis van de comicwereld zijn kom je altijd dezelfde namen tegen. Bijna iedereen noemt Jack Kirby, Stan Lee, Steve Ditko, Bob Kane, Joe Shuster, Jerry Siegel, Will Eisner en Joe Kubert. Deze laatste was enkele tijd geleden op de UKCAC ‘97 aanwezig. Het is ons een grote eer en genoegen om een interview te presenteren dat de 'Nuff Said met deze levende legende had. Met dank aan Dave Gibbons voor het mogelijk maken van dit gesprek.

Joe, het is een hele eer om jou te mogen interviewen. Wij kunnen ons geen comicwereld meer zonder jou voorstellen. Hoe lang maak je nu al comics?
Poeh, da’s al heel lang. Ik ben nu zo’n kleine zestig jaar bezig met het maken van comics.

Zestig jaar?!?!?!?
Jazeker. Je zult het misschien niet geloven, maar ik verkocht mijn eerste werk toen ik 11 jaar oud was. Dat was in 1939. Ik weet het nog heel goed. De serie heette Valton en ik maakte een verhaal van zes of zeven pagina’s voor ze. De uitgeverij was Holeo. Ik kan je verzekeren dat mijn eerste werk niet best was, en dat is heel zachtjes uitgedrukt. Eigenlijk had ik hen moeten betalen voor het plaatsen van mijn werk in plaats van zij mij!!!! Ik kan nog steeds de zalen van het gebouw waarin Holeo gevestigd was ruiken. Het rook er naar oud papier en inkt, een echte drukkerswereld.

Waarom ben je al zo vroeg de comicwereld in gedoken. Ik bedoel, de meeste kinderen denken als ze elf zijn niet aan werken, maar spelen liever buiten of gaan voetballen.
Ik ben altijd bezig geweest met tekenen. Mijn eerste herinneringen als kind zijn van het feit dat ik van mijn moeder een kleurdoos kreeg. Ik ben dan ook al vanaf mijn tweede levensjaar een echte tekenfanaat geweest. Andere kinderen speelden inderdaad buiten, ik zat liever op mijn kamer met een stuk papier en een scherp potlood, zodat ik mijn eigen fantasieën een fysieke vorm kon geven. Toen ik ongeveer acht jaar was begon ik met het lezen van de comics van Hal Foster en Alex Raymond. Hun tekeningen en verhalen maakte zo’n indruk op mij dat ik vanaf dat moment wist wat ik later wilde worden: verhalenverteller. Ik heb het geluk gehad dat mijn vader en moeder mij bij het bereiken van mijn doel altijd aangemoedigd en ondersteund hebben.

Je kwam wel in een groeimarkt terecht.
Dat klopt inderdaad. Comics waren in 1939 zeer populair. Dat is één van de redenen waarom ik zo vroeg “professional” ben geworden. Er waren een heleboel uitgeverijen die een heleboel mensen nodig hadden. Qua comics was het toen uiteraard ook een heel andere tijd. De comics waren 64 pagina's dik en kosten 10 dollarcent. Als er dus vijf of zes pagina’s rotzooi tussen zat kraaide er geen haan naar. De lezers hadden genoeg “goede” pagina’s per comic en de uitgever had weer een vol nummer op de markt kunnen brengen. Hierdoor konden beginnende schrijvers en tekenaars als het ware “on the job training” krijgen, en neem van een oude rot in het vak aan, dat is de beste soort training die er is!

De meeste tekenaars gaan nu direct naar een grote uitgeverij.
Daar ben ik het niet mee eens. In de VS. zijn nog genoeg kleinere uitgeverijen die ook tekenaars en schrijvers zoeken. Daar gaan wel degelijk mensen heen. Maar ja, de hele markt is op dit moment aan het verkrappen, dus ook daar is het de broekriem aantrekken.

Je noemde net Hal Foster en Alex Raymond. Hoe kijk je tegen hen aan?
Ze zijn nog steeds mijn idolen. In mijn opinie zijn er geen betere tekenaars dan die twee. Ik ben in de gelukkige omstandigheid geweest dat ik beide heb mogen ontmoeten en heb kunnen constateren dat het hele vriendelijke mensen zijn. Daardoor is mijn respect voor hen nog groter geworden. Mijn eerste ontmoeting met Alex Raymond was overigens wel apart.

Als je ons op deze manier probeert nieuwsgierig te maken is dat gelukt. Wie A zegt moet ook B zeggen, dus je ontkomt er niet aan dat verhaal nu te moeten vertellen.
Als jochie was ik dus al een grote fan van Alex. Samen met een vriendje van me waren we zo ongeveer de grootste Flash Gordon fans ter wereld. We wilden allebei Alex graag ontmoeten. Op een gegeven moment hebben we de stoute schoenen aangetrokken en hebben we naar zijn huis gebeld. We kregen Alex aan de lijn en vertelde hem dat we een stuk over "vreemde beroepen" voor de schoolkrant aan het schrijven waren, wat uiteraard helemaal niet waar was. Hij zei dat hij dat erg leuk vond en dat hij ons graag van informatie wilde voorzien. Hij nodigde ons uit om
's middags bij zijn huis in Brooklyn langs te komen. Toen we daar aankwamen deed een butler voor ons open en bracht ons naar de werkkamer van Alex. Het hele huis was een hemel voor een comictekenaar. Wat een rust en wat een ruimte. De werkkamer was het opus magnum van Alex zijn huis. De ruimte had een grote glazen wand waardoor je op de tuin uitkeek. De andere drie muren stonden van plafond tot vloer gevuld met boeken, boeken en nog eens boeken. We keken onze ogen uit.

Alex nam alle tijd voor ons. Ik geloof dat we wel drie uur over tekenen gepraat hebben. Hij sprak tegen ons als gelijken en niet in een meester/leerling verhouding. Hij vond het gewoon echt leuk. Hij gaf ons heel veel technische tips. Ook toen ik hem vertelde dat ik Flash Gordon minder goed vond dan een paar jaar geleden wees hij mij niet terecht of iets dergelijks. Hij probeerde mij uit te leggen waarom hij bepaalde veranderingen had aangebracht en vroeg mijn mening daarover. Kun je je dat voorstellen? Een man die je zo bewonderd vraagt jouw mening over beslissingen die hij genomen heeft. Dat was voor mij een unieke ervaring. Ik was na dat gesprek met Alex ook veel meer gefocust dan voorheen. Op die manier heeft hij dus ook invloed op mijn verder carrière gehad.

Toch lijkt jouw werk veel meer op de Flash Gordon uit de eerdere periode van Alex Raymond. Was dat de toenmalige DC huisstijl?
Nee hoor, ik teken niet volgens een bepaalde huisstijl, niet van DC of van een ander uitgeverij. Ik heb voor alle uitgeverijen gewerkt en dat ging prima. Wel is het natuurlijk zo dat je soms je eigen stijl iets aan moet passen aan het genre dat je tekent. Als ik een Sgt. Rock oorlogscomic voor DC teken ziet die er qua vormgeving uiteraard anders uit dan als het om een superhelden strip voor Marvel gaat.

Wat is volgens jou het belangrijkste voor een tekenaar?
Dat is een makkelijke vraag. Een tekenaar moet een verhalenverteller zijn en niet iemand die alleen maar mooie plaatjes produceert. Will Eisner is hier een prima voorbeeld van. De tekeningen moeten het verhaal ondersteunen en je er niet vanaf leiden. Als je ervoor kunt zorgen dat de lezer in het verhaal wegzinkt heb je als tekenaar een goede prestatie geleverd. Als de lezer alleen maar steeds “ohhhh, wat een mooie tekening” roept, had je beter schilder kunnen worden.

Hoe was het als gevierd comictekenaar in de jaren ‘40?
Dat was een mooie tijd. Werk was er ontzettend veel en de vraag naar tekenaars overtrof het aanbod. De prijs per pagina ging dus fors omhoog. Ik had in die tijd een knalrode sportauto. Alleen was het jammer dat ik hem eigenlijk niet kon betalen. Maar ja, dan tekende ik gewoon wat extra pagina’s in een maand, hahahahahaha!!!!!!!!

Werk je snel?
Vroeger wel, tegenwoordig doe ik het wat rustiger aan. Toen ik op de middelbare school zat en tevens tekende voor diverse uitgeverijen kon ik 32 pagina’s tekenen en schrijven in 36 uur. Dat betekende nogal wat spijbelen.

Overigens maakt snel of langzaam tekenen niet zoveel verschil. Ik ben van mening dat tekenaars zich aanpassen aan de beschikbare tijd. Het is vooral de kunst om sneller beslissingen te kunnen nemen. Heb je drie maanden de tijd om een pagina te tekenen, dan zullen de meeste tekenaars er ook drie maanden over doen. Heb je maar twee dagen, dan doe je er twee dagen over. Zolang er maar een redelijke termijn gesteld wordt doet de snelheid waarmee je tekent ook weinig aan de kwaliteit af.

In de Golden Age of comics heb je voornamelijk superhelden getekend. Hou je daar eigenlijk wel van?
Ja hoor. Een goed verhaal staat bij mij namelijk voorop. Als dit dan een verhaal met superhelden is, dan ga ik er ook 110% voor. Wat ik wel belangrijk vindt is variëteit. Als ik alleen maar superhelden zou moeten tekenen zou ik wegkwijnen.

Op een gegeven moment moest je tijdelijk stoppen met tekenen omdat je tijdens de oorlog in Korea in dienst moest. Na je diensttijd ging je echter direct verder met het produceren van comics. Dat klopt inderdaad. In die tijd moest je een onderscheidend vermogen hebben in de markt want er werd ongelofelijk veel uitgegeven. Ik ben als eerste aan 3D comics gaan werken. Dat was een geweldig succes. Ik heb er zelfs een huis van gekocht. De 3D comics waren echter ontzettend moeilijk te financieren. Na het eerste succes wilde elke uitgever zijn eigen 3D boek. Tja, dat was weer net iets teveel van het goede. Toen de nieuwigheid eraf was wilde de meeste lezers gewoon weer de normale comics. Omdat veel uitgeverijen al hun geld in de 3D comics hadden gestoken zijn er heel wat in die periode failliet gegaan.

En toen kwam Sgt. Rock.
Wat kan ik daar nog over zeggen? Rock en ik zijn een gelukkige combinatie geweest. Samen mer Bob Kannigher heb ik een bepaald genre comics neergezet. In de tijd dat Sgt. Rock uitkwam, bracht Marvel Sgt. Fury uit. Hoewel deze series nogal eens in een adem genoemd worden is er een levensgroot verschil. Ik probeerde met Sgt. Rock een realistisch geheel neer te zetten en de wreedheden van oorlog weer te geven. Hoewel ik Rock natuurlijk niet dood kon laten gaan, stierven er heel veel van zijn vrienden. Sommige gingen heldhaftig ten onder, andere stierven doelloos, zoals dat ook in een echte oorlog gaat. Sgt. Fury is mijns inziens gewoon een superhelden strip. Ik moet zeggen dat ik de verhalen van Stan (Lee, red.) heel leuk vond, maar Fury was voor mij een kruising tussen Captain America en James Bond in een legeruniform.

Je had het net al even over Bob Kannigher. Het is een publiek geheim dat hij niet bepaald de makkelijkste persoon is en dat sommige tekenaars niet meer met hem samen wensen te werken. Hoe verliep jullie samenwerking?
Ik vond het altijd goed zaken doen met Bob. Ik ben het wel met je eens dat Bob nogal eens mensen af wil zeiken. Misschien komt dat omdat hij zelf zo klein is, hahahaha!! Maar serieus, ik heb nooit problemen met hem gehad. Misschien komt dat doordat de eerste keer dat wij ooit samenwerkten ik zijn editor was. Maar goed, toen Joe Orlando het redactie roer overnam en mijn verhouding met Bob weer puur schrijver vs. tekenaar werd, heb ik nooit een verkeerd woord van Bob gehoord. En hij is ontzettend degelijk, hé! Bob is de enige schrijver die ik ken die nog nooit een deadline heeft gemist.

Jullie hebben samen veel ontzettend goede oorlogscomics gemaakt.
Laat ik het anders formuleren: Bob en ik hebben samen veel ontzettend goede comics gemaakt. Zowel voor Bob als mij heeft het oorlogsgenre niet een speciale interesse. Voor Bob is het oorlogskader er nooit één geweest van helfdhaftige strijd, maar een concreet gemaakte politieke strijd, die op het emotioneel hoogste vlak wordt uitgevochten. Het gaat om de menselijke drama’s in dat soort situaties. Mijn taak in het geheel was deze emoties en de menselijkheid van de figuren te accentueren. Ik denk dat dat meestal goed gelukt is.

Een ander hoogtepunt uit je carrière moet je medewerking aan Showcase #4 zijn geweest (de eerste appearance van de Silver Age Flash, red.). Hoe ben je hiervoor benaderd?
Ik ben er helemaal niet voor benaderd. Het was een kwestie van op de juiste plek op het juiste tijdstip aanwezig zijn. Ik was toevallig samen met Carmine Infantino op het DC kantoor. Daar liepen we Julie Schwartz tegen het lijf. Julie vroeg of wij iets te doen hadden. Toen we beide negatief antwoorden zei hij: “Mooi, dan kunnen jullie een stukje geschiedenis produceren”. Carmine tekende toen Showcase #4 en ik heb hem geïnkt.

Overigens hadden we het net over snel tekenen. Carmine is wat dat betreft een snelheidsduivel, Hij doet anderhalve dag over een comic. In die tijd tekent, inkt en kleurt hij zijn eigen werk!!!!

Vind je je eigen werk het best tot zijn recht komen als je het zelf ook inkt?
Dat weet ik eerlijk gezegd niet. Soms vind ik een inkter een toegevoegde waarde hebben. Als ik denk dat een inkter mijn werk beter naar de lezers toe kan presenteren dan zal ik dat zeker niet dwarsbomen. Wel hangt het af van het persoonlijke gedeelte dat ik in een comic stop. Is het werk voor een grote uitgeverij waar ik een willekeurig figuur teken dan maakt het mij verder niet zozeer uit wie het geheel inkt. Is het echt iets heel persoonlijks, zoals bijvoorbeeld “Fax From Sarajevo” dan wil ik het geheel wel graag zelf in de hand houden.

Ik weet wel dat mijn zoons Adam en Andy graag hun eigen werk zouden inkten. Helaas hebben ze daar niet genoeg tijd voor.

Je noemt Adam en Andy nu. Hoe komt het dat beide in jouw voetsporen zijn gevolg?
Het is een klein wonder. Ik heb geen enkele druk op ze uitgeoefend. Adam had in eerste instantie helemaal geen interesse in tekenen. Hij is eigenlijk arts, maar na zijn studie is hij toch door het tekenvirus besmet geraakt. Andy wilde wel altijd tekenaar worden. Beide vroegen of zij naar mijn school mochten. Dat vond ik prima, maar ik heb gezegd dat ik ze twee keer zo streng zou beoordelen als de andere leerlingen. Ze moesten geen zachtere aanpak verwachten. Nu ben ik heel erg trots op ze. Ik vind dat ze prima werk leveren, maar misschien ben ik een beetje bevooroordeeld.

Je had het net over je school. Kun je eens vertellen hoe die ontstaan is?
Ik vond dat dat er te weinig richtlijnen waren voor mensen die graag comictekenaar wilden worden. Er wordt wel een kort vak hierover aan de tekenacademie gegeven, maar dat is weinig bijzonders. De meeste tekenaars rollen er dan ook in. Je doet eens een paar pagina’s om een stille tijd te overbruggen, maar het laat je nooit meer los. Om dat gat op te vangen heb ik samen met mijn vrouw de Joe Kubert tekenschool opgezet. Ik nam de artistieke kant voor mijn rekening, mijn vrouw behandelde de zakelijk aspecten. De eerste klas die ik ooit les gaf was 22 man sterk. Op dit moment krijg ik elk jaar zo’n 300 nieuwe leerlingen.

Wat moet iemand doen om toegelaten te worden?
Het belangrijkste is dat het heilige vuur in hem of haar brand. Ze moeten een echte comictekenaar willen worden. Meestal ontvang ik eerst een CV, waarna ik persoonlijk een interview met een kandidaat afneem. Als dat goed afloopt krijgen ze een proefopdracht, waaromheen ze een portfolio samen moeten stellen. Als die met een voldoende beoordeelt wordt kunnen ze bij mij terecht. Zoals je ziet is het een zware selectie.

Als laatste willen we het even met je hebben over je meest recente werk, “Fax From Sarajevo”. Het is een indrukwekkend geheel!!
Dank je wel. Het is een verhaal over de burgeroorlog in het voormalig Joegoslavië. De werkelijkheid die ik via de faxen van een vriend van mij die daar woonde vernam, stemde niet overeen met datgene dat ik in de kranten las of op CNN zag. Dat maakte zo een indruk op mij, dat ik het van mij af moest schrijven. Ik had er geen enkel commercieel doel mee, het was zuiver therapeutisch. Later las mijn Joegoslavische vriend het en dwong mij praktisch dit verhaal uit te geven. Dat kon ik uiteraard niet weigeren. Wel vond ik dat het in een bepaald formaat moest. Ik heb gekozen voor een hardcover graphic novel, zodat het ook in “normale” boekwinkels verkocht kon worden.

Kunnen we binnenkort nog werk van je verwachten?
Voorlopig even niet. Ik ben op dit moment bezig een ander boek te maken, maar het zal nog zeker twee jaar duren voordat dat af is. Het gaat over de holocaust en zal in hetzelfde formaat gepresenteerd worden als “Fax From Sarajevo”. Je kunt het zien als een “What if..” verhaal, waarin ik zelf de hoofdrol speel.

Joe, geweldig bedankt voor je tijd. Veel plezier op de UKCAC.
Niets te danken. Ik moet nu wel snel gaan, want ik heb een signeersessie en de rij voor mijn tafel begint al forse vormen aan te nemen. Veel geluk met jullie blad!!!!!

 Korte bibliografie van Joe Kubert

Fax from Sarajevo Rima the jungle girl
Sgt. Rock Hawkman

Home ] Artikelen ] English ] Reviews ] Tekeningen ] De verschenen nummers van de 'Nuff Said ] Links ] Interviews ] Info ] Figuren ]