Door Dennis Janssen.
Elk jaar in oktober is het weer zover. Heel strip- en comic liefhebbend Nederland vertrekt richting zuiden van het land (of het noorden, als je uit Limburg komt) om twee dagen lang in Breda te verblijven en deel te nemen aan de Stripdagen. Dit jaar niet meer in het Turfschip (heeft onder andere te maken met het feit dat de eigenaar van het Turfschip, de bekende/ beruchte familie van der Valk in de clinch ligt met de gemeente Breda en als soort chantage middel het Turfschip voor alle evenementen heeft gesloten). Dat is toch wel wat, want het betekent het afscheid van een "goede vriend". Zulke momenten zijn altijd goed om eens terug te blikken en dat is hetgeen ik in dit artikel zal doen.
In den beginne had de comicliefhebber het niet makkelijk op de Stripdagen. Slechts een enkele winkelier of ruilbeurshandelaar had comics bij zich en originele Amerikaanse comics moesten als de spreekwoordelijke speld in de hooiberg gezocht worden! Schrijvers en tekenaars van comics waren dan ook In geen velden of wegen te bekennen. Wat ik me van deze beurzen het best kan herinneren is de adrenaline stoot die ik kreeg als ik een kraam gevonden had die comics verkocht. De blijdschap die ik als 14 jarig jongetje kreeg als ik weer eens een comic had gevonden die op mijn zoeklijst stond en die ik dan van mijn bij elkaar gespaarde zakgeld kon kopen is nu nauwelijks meer voor te stellen. Beste herinnering is het vinden van Conan #10 voor 12 gulden. In de kaft zat dan weliswaar een flinke vouw en er was een heel klein hoekje van de achterkaft af (rechtsonder, ik weet het nog goed), maar allemachtig dat was een comic die wel 20 dollar in de Overstreet catalogus stond, dus dat was echt een koopje!
Een ander iets dat mij bij is gebleven is dat de groep mensen die comics spaarden erg klein was. Ook nu zijn comics natuurlijk nog geen mega industrie, maar hoewel ik veel mensen in het wereldje ken, kan ik niet meer zeggen dat ik iedereen persoonlijk bij naam ken. In de begin tijd was dat wel het geval. Je zag elkaar bijna op ieder beurs. Soms ontbraken er mensen, maar in Breda (met tussentijds even Den Haag) was iedereen er. Hieruit zijn "running gags" ontstaan. Zo is er een mede-verzamelaar die collega Simon Rikkers en mij ooit eens beloofd heeft dat hij ons beide zonder problemen aan een complete serie Epic Illustrated kon helpen. Dat is nu ongeveer 7 jaar geleden en we hebben allebei nog geen Epic Illustrated gezien. Uiteraard zijn Simon en ik wel zo netjes om deze goede man telkens als wij hem tegen komen (en dat is niet alleen in Breda, maar vaak ook elders in het land en zelfs op verschillende beurzen in Engeland) hier even fijntjes op te wijzen!
Op een gegeven ogenblik kon je toch een kentering waarnemen. Er doken steeds meer comics op en de vraag bleek groter dan het aanbod. Vanaf dat moment begonnen ook comic makers het Bredase met hun aanwezigheid te vereren. Eén van de eersten was John Bolton. Hij zorgde voor de langste rijen die ooit voor de stand van PEP hebben gestaan. Zijn comics verkochten goed op de beurs, maar wat nog harder liep was de verkoop van de originele paginas tekenwerk die John bij zich had (variërend van 50 to 1500 gulden per pagina). Misschien hierdoor is John zo gecharmeerd van de Stripdagen, want hij is ondertussen een bijna jaarlijkse gast geworden, is het niet als genodigde, dan is het wel als bezoeker!
Een andere tekenaar die op de Stripdagen een onvergetelijke indruk heeft achtergelaten is Marc Silvestri. Hoewel, de aanwezigheid van Silvestri was niet eens zo opvallend (wel een heel aardige jongen, die tijd nam om met zijn fans te praten en een aantal een mooie schets gaf). Die van zijn vriendin echter wel. Menige comicfanaat stond dan ook maar wat graag in de rij en de zin "Take your time Marc, Ill wait here" is meerdere malen geuit.
Onder de comicmakers die de Stripdagen ondertussen hebben bezocht zitten veel bekende zoals John Romita sr., Jim Lee, Jae Lee, Sandra Hope, Klaus Janson, Arthur Adams, Steve Firchow, Sal Buscema, Sharon Scott, Chris Achilleos, Joe St. Pierre, Glenn Fabry, John McCrea, Steve Pugh, Andrew Wildman, Bernie Wrightson, Scott Campbell, Tom Raney, Alex Garner en Jimmy Palmiotti.
Een ietwat negatieve uitzondering was Joe Quesada. Toegegeven, de man op zich is best een goede vent, maar Joe dacht even dat hij in de States was. Hij weigerde het om op de Stripdagen tekeningen te maken en hield het bij het signeren van comics. Veel fans zijn die dag teleurgesteld naar huis terug gegaan.
Een andere gebeurtenis die mij bijstaat was een PEP prijsvraag van pakweg 3 jaar geleden. Een jongen van een jaar of 12 won de hoofdprijs, een originele pagina van een verhaal van Wally Wood. Genoeg reden om eens flink uit je dak te gaan, zou ik zo denken. De winnaar keek echter erg beteuterd en stond na het incasseren van zijn prijs met de pagina (en zijn ziel) onder de arm. De runner-up, iemand van een jaar of 30 liep naar de jongen toe en vroeg:" Wat is er aan de hand?". De jongen antwoordde: "Ik vind het niet eerlijk, ik win de hoofdprijs en krijg een stomme zwart wit pagina van een of andere onbekende tekenaar en jij krijgt voor de tweede plaats zon ongelofelijk coole gold logo comic van Venom!". De ogen van de runner-up begonnen te vonkelen en hij haalde snel de "gold logo Venom" uit zijn tas. Binnen 0.0034 seconde was de ruil beklonken, waarna beiden blij hun eigen weg gingen.
Een fenomeen wat je een keer meegemaakt moet hebben is de opening van de Stripdagen en de eerste 4 uur die daarop volgen. De eerste bezoekers staan al in de rij als de standhouders nog bezig zijn met opbouwen. Ik heb begrepen dat de eerste bezoekers reeds om een uur of 5 s ochtends gesignaleerd worden, hoewel ik dit niet uit eigen waarneming kan bevestigen, aangezien ik dan zelf nog in een half coma lig. Om tien uur staat er een gigantische rij voor de deur en om klokslag tien wordt de meute wilde verzamelaars los gelaten. De eerste bezoekers rennen letterlijk het gebouw in om zo snel mogelijk naar hun eigen verborgen schat te zoeken. Vele malen is het mij overkomen dat bakken comics leeg raakten en dat deze niet bijgevuld konden worden, omdat er teveel mensen aan het dringen waren. Als je je er eenmaal tussen had gewrongen en wat comics in de bak wilde zetten, konden verzamelaars niet wachten tot de comics daar waren aangeland en begonnen comics uit voorraad dozen te plukken. De Stripdagen in Breda is de enige beurs waar ik dit ooit heb zien gebeuren.
Zoals ik hierboven al gezegd heb, is de kick die ik krijg van het vinden van "dat ene missende nummer" tegenwoordig bij mij veel minder dan pakweg 14 jaar geleden. Dat heeft iets met de leeftijd te maken ("je wordt ouder, papa" volgens Peter Koelewijn, en hij kan het weten), iets met verzadiging (na pakweg 20.000 comics hoef je niet zo nodig meer) en met het feit dat ik in Nederland nog maar heel weinig comics vindt waar ik echt naar op zoek ben (series zijn vaak te obscuur). Overigens wil dat allemaal niet zeggen dat ik geen luid "yes" zal slaken als ik dat laatste nummer van de Will Payton Starman serie of de laatste twee nummer van Richard Dragon, Kung Fu Fighter tegenkom. Voor de echte verzamelaars woede ga ik dus niet meer naar de Stripdagen (vroeger ging ik weg met twee tassen vol comics, tegenwoordig is het echt veel als ik 10 comics koop). Waarvoor ga ik dan wel. Het klinkt oubollig, maar het is de sfeer. Ik help tijdens de beurs bij de stand van de mijns inziens beste comic zaak van Nederland, Wonderland. Dat is altijd een feest, want ik kan dan twee volle dagen optrekken met mijn collega redacteuren, iets wat verder in het jaar zeer zelden voorkomt. Daarnaast kom ik heel veel oude bekende tegen, met wie ik lekker bij kan praten. Tekeningen van comicmakers "scoren" is ook een van mijn favoriete bezigheden op de Stripdagen. En natuurlijk zijn de Stripdagen een uitgelezen mogelijkheid om comicmakers te benaderen voor een interview voor de Nuff Said.
Je ziet, genoeg te doen dus. Ik kan bij het schrijven van dit stuk (6 weken voordat de Stripdagen beginnen) al haast niet meer wachten. Hopelijk wordt deze uitgave van de Stripdagen net zo gedenkwaardig als de vorigen. Heel veel plezier toegewenst. En als jullie dit lezen nadat de 1998 uitgave van de Stripdagen heeft plaatsgevonden, dan hoop ik dat jullie volgend jaar aanwezig zullen zijn.